zondag 4 november 2012

Muffins met appel en kaneel


Heerlijk... muffins en een tasje thee. En dat terwijl het buiten keihard regent!




Bereidingswijze
  • Meng alle droge ingrediënten samen: weeg de bloem (400 g zelfrijzende bloem) en de bruine suiker (150 g bruine suiker) zorgvuldig af. Doe de bloem, de bruine suiker en het bakpoeder (1 eetlepel bakpoeder) in de mengkom van de keukenmachine. 
  • Weeg de boter (125 g boter) en doe ze in een kleine pot. Smelt de boter op een zacht vuur, maar laat ze niet kleuren. 
  • Plaats de mengkom met de droge ingrediënten in de keukenmachine. Gebruik het K-hulpstuk om alles te mengen op lage snelheid. Giet de melk erbij (25 cl melk), en breek er even later de eieren (2 eieren) in. Kijk uit dat er geen stukjes eierschaal in het beslag terecht komen. Giet de gesmolten boter in een straaltje bij het beslag. Laat de machine alles op het gemak mengen. 
  • Schil de appels (2 appels) en snij de vrucht in kwarten. Verwijder het klokhuis en snij elk stukje appel in kleine blokjes van ong. 0,5 centimeter. Doe een vers klontje boter in het pannetje (waarin je eerder al boter hebt gesmolten) en verwarm het op een matig vuur. Stoof de stukjes appel een minuut in de bruisende boter en schenk er een beetje ahornsiroop (of esdoornsiroop) (3 eetlepels ahornsiroop) over. Bepoeder de appelstukjes met een flinke snuif kaneel (1/2 koffielepel kaneel) en een beetje gemalen nootmuskaat (een snuifje nootmuskaat). Roer in het pannetje. 
  • Verwarm de oven voor op 210°C. Schep de appelblokjes in het muffinbeslag en laat de machine heel even draaien. Plaats in elke kleine cakevorm van het bakblik twee papieren cups. Vul elke vorm tot bijna tegen de rand met beslag. Plaats de muffins in de hete oven van 210°C. Bak ze gedurende 20 minuten. Prik met een prikvork in een muffin om te controleren of ze gaar zijn. Als er geen deegrestjes aan het stokje kleven, dan zijn ze klaar. 
  • Laat de muffins afkoelen waarna ze klaar zijn om te serveren.